Post-Vaccinaal Syndroom

 


DIAGNOSE

Casus 4 (het stellen van de diagnose, luchtweginfecties, benauwdheid)
Luuk is begin november 1994 geboren en krijgt op 15 februari 1995 zijn eerste DKTP/HIB. Enkele dagen later wordt hij voor het eerst ziek, hij is kortademig en piept. De huisarts schrijft hem Bricanyl* en Clamoxyl* voor, maar Luuk reageert er niet echt goed op en krijgt daarom nog een tweede kuur Clamoxyl. Op 11 april zijn zijn longen eindelijk helemaal schoon en krijgt hij de tweede DKTP/HIB. Twee dagen later krijgt hij diarree gedurende een week, waarvoor de huisarts Dioralyte* voorschrijft. Op 11 mei volgt de derde DKTP/HIB en 16 mei wordt Luuk weer kortademig en de huisarts schrijft opnieuw Clamoxyl en tevens Deptropine* voor. Luuk knapt echter niet op en half juni krijgt hij Atrovent* en Erythrocine*. Op 23 juni krijgt hij opnieuw Erytrocine met Zaditen* en volgt op 13 juli (vier maanden na he begin van de klachten) een bezoek aan de kinderarts. Hij stelt ook geen diagnose, maar adviseert de medicatie te stoppen. Geleidelijk knapt Luuk dan op. Op 21 november volgt dan de vierde DKTP/HIB. Op 26 november wordt hij snotterig, begint te hoesten en wordt benauwd. Luuk is bij opa en oma op bezoek in een andere plaats. Daar waarschuwt moeder de dienstdoende huisarts, die met grote waarschijnlijkheid de diagnose PVS stelt en Luuk naar mij verwijst. Op maandag zie ik Luuk, die benauwd is en vol slijm zit. Ik schrijf hem dan een DKTP/HIB 30K in een oplossing voor. Binnen 24 uur wordt de benauwdheid duidelijk minder. Hij blijft nog enkele dagen rochelend hoesten en in de daarop volgende week lost het slijm volledig op. Om de vaccins volledig te ontstoren krijgt hij nog een hele serie gepotentierde vaccins van 30K tot en met XMK in vier opeenvolgende dagen. Sindsdien (een periode van negen maanden) is Luuk niet meer ziek geweest.

Deze methode biedt door zijn grote mate van betrouwbaarheid en effectiviteit een uitstekende mogelijkheid de oorzaak van bepaalde klachten te achterhalen. Zo kan stap voor stap onderzocht worden welk vaccin, medicijn of ziekte de klachten heeft veroorzaakt. Op deze wijze kan ook de oorzaak van het veelbesproken 'Jungle-syndroom' achterhaald worden, een syndroom waarvan zo vele jonge militairen het slachtoffer zijn geworden en waarvoor in de universitaire geneeskunde noch een goede diagnostiek noch een afdoende therapie aanwezig is. De casus van Johan, een negentien-jarige marinier, is een duidelijk voorbeeld hoe zo'n diagnostisch en therapeutisch proces verloopt. (Zie Casus 5).

Casus 14 (ontbreken van diagnostische methode in de reguliere geneeskunde)
Hoe moeilijk het is vanuit de gangbare medische wetenschap een juiste en zekere diagnose te stellen blijkt uit de volgende casus, gepubliceerd in het Tijdschrift voor jeugdgezondheidszorg4van 1994. Aan de commissie werd een geval van een inmiddels tweejarig meisje voorgelegd met een zeer ernstige psychomotorische retardatie*. Zij had zich na haar terme* geboorte met een normaal gewicht goed ontwikkeld. In aansluiting aan DKTP2 was zij hevig ziek geworden met hoge koorts, 41C, en een ziektebeeld dat veel aan kinkhoest deed denken; zes weken daarna viel op dat zij in haar mentale ontwikkeling achterbleef. Na DKTP1 was zij ook ziek geweest met koorts tot 40C, benauwde hoestbuien en braken, maar minder erg dan na de tweede enting.
"De commissie is van oordeel dat de causale* samenhang met de beide entingen weliswaar niet geheel is uit te sluiten, maar op grond van de bijzonderheden van deze ziektegeschiedenis en tegen de achtergrond van de bestaande wetenschappelijke literatuur over een dergelijke samenhang, als onwaarschijnlijk moet worden geduid."
Zie ook casus 11 (diagnose)


'ALGEMEEN GELDEND PRINCIPE'

Casus 2 (algemeen geldend principe: hardlijvigheid, groeistoornissen)
Peter, 10 maanden oud, heeft buikkrampjes met keiharde ontlasting en kan urenlang vreselijk gillen sinds zijn eerste DKTP. Moeder heeft de ziekte van Crohn* en is DES-dochter*, ze heeft tijdens en na de zwangerschap Salazopyrine* geslikt en kon hierdoor geen borstvoeding geven. Peter is al hardlijvig vanaf de leeftijd van zes weken en is steeds twee dagen bezig om zijn ontlasting kwijt te raken. Hij loopt dan rood aan, zweet over zijn hele lijf, is boos, gilt en trappelt. Na de eerste DKTP/HIB heeft hij n dag koorts en is zijn hele bovenbeen gezwollen 'als een worstje'. Hij gilt onophoudelijk gedurende bijna vijf uur. Na de tweede DKTP/HIB krijgt hij weer koorts met een gezwollen, rood beentje. Bovendien treden er groeistoornissen op. Het derde vaccin wordt nu in de arm ingespoten, waarop hij wederom koorts krijgt en een gezwollen arm.
Hij krijgt dan de volgende gepotentierde vaccins: DKTP/HIB 30K, 200K, MK en XMK in vier opeenvolgende dagen; na de MK huilt Peter de hele dag en begint dan op te knappen. Twee weken later valt hij terug in zijn oude klachtenpatroon. Dan wordt de DKTP/HIB 30K en 200K herhaald en knapt hij opnieuw op. Moeder spreekt dan van een wonder, Peter is veel vrolijker en gilt niet meer. Ook de dip in zijn gewichtscurve begint zich te herstellen. Hij is wel nog hardlijvig, wat ook te verwachten is, want hij was dat al vr de vaccinaties.
Er zijn nu twee mogelijkheden: f hij heeft in aanleg slechte darmen f de darmstoornissen zijn ontstaan tijdens de zwangerschap door het gebruik van Salazopyrine door de moeder. In het laatste geval moet het probleem relatief gemakkelijk op te lossen te zijn. Mijn eerste voorlopige diagnose luidt dus: chronische obstipatie door Salazopyrine-gebruik van de moeder tijdens de zwangerschap. Als de diagnose juist is zullen de klachten door het geven van gepotentierd Salazopyrine moeten verbeteren en uiteindelijk geheel verdwijnen. Ik schrijf hem n maal per week Salazopyrine 30K voor. Na twee maanden is zijn obstipatie helemaal genezen.


Casus 3 (algemeen geldend principe: algehele malaise na waterpokken)
Henri is zo'n jongetje dat sinds een half jaar niet lekker in zijn vel zit. Aanvankelijk heeft zijn moeder het verband de toen doorgemaakte waterpokken, die overigens zonder complicaties verlopen zijn, niet gelegd. Maar bij zorgvuldige navraag blijkt alles begonnen te zijn na deze kinderziekte. Daarom geef ik hem Varicellinum 200K (waterpokken). Er verschijnt een grote waterpok op zijn borst, waarna hij vervolgens volledig herstelt.

 


HET 'JUNGLESYNDROOM'

Casus 5 (junglesyndroom: uitputting, concentratiestoornissen, vergeetachtigheid, grieperig gevoel, buikpijn, hartkloppingen)
Johan meldt zich in augustus 1993 aan bij het corps mariniers en krijgt op 13 augustus een Mantoux-injectie*, op 20 augustus een DTP- en Tyfus-injectie en op 16 september een herhaling van de tyfus-vaccinatie. Geleidelijk aan takelt hij dan af, zoals hij zelf zegt. Hij is oververmoeid, heeft ernstige concentratieproblemen, is zeer vergeetachtig en heeft een overbelaste linkerknie. Vooral 's avonds heeft hij buikpijn, een branderige maag en hartkloppingen. Na drie maanden wordt hij reeds uit dienst ontslagen. Hij gaat dan terug naar zijn oude baas, maar werken is bijna niet mogelijk. Anderhalf jaar lang sukkelt hij door en belandt uiteindelijk in de zomer van 95 in de ziektewet. Een reumatoloog verklaart hem echter 'kerngezond'. Daarop zoekt hij hulp in het alternatieve circuit en komt uiteindelijk bij mij terecht. Hij vertelt dat hij zich de hele dag grieperig voelt, enorm zweet, veel moet drinken en zeer vaak moet plassen. 's Avonds is hij volledig uitgeput. Hij voelt zich te zwak om nog motor te kunnen rijden. Van twee pilsjes krijgt hij krampen in zijn buik en voelt zich dan niet lekker. De oorzaak van zijn problemen moet vrijwel zeker in een van de vaccinaties zitten. Een andere oorzaak is eenvoudigweg niet voor handen. De behandeling wordt gestart met Tyfus 30K tot en met XMK in vier opeenvolgende dagen zonder enige verbetering. Dan volgt drie weken later de DTP 30K tot en met XMK, maar ook dat geeft geen verbetering. Daar de verdenking heel sterk op een van beide vaccinaties ligt herhaal ik beide series nogmaals, maar ook zonder enig resultaat. Wat dan nog overblijft is de Mantoux. Meteen na de gepotentierde Mantoux-serie voelt hij zich beter en is weer in staat hele dagen te werken. Hoewel hij zich een stuk beter voelt is hij nog lang niet de oude. Daarom wordt de serie Mantoux nog enige malen herhaald met steeds een interval van drie weken, waarna hij volledig hersteld.

Wat te denken van al die kinderen die wereldwijd op de eerste dagen van hun leven een BCG (vaccinatie tegen tuberculose) toegediend krijgen, die vele malen sterker is dan een Mantoux! In Nederland is de BCG echter nooit aan kinderen toegediend. Nederland is echter het land waar wereldwijd het minste tuberculose voorkomt.
Het zal wel duidelijk zijn dat deze methode goede kansen kan bieden op herstel van al die militairen die geveld zijn door het junglesyndroom. Uit de voorafgaande casus kan echter niet de conclusie worden getrokken dat de Mantoux-injectie alleen verantwoordelijk is voor het junglesyndroom. Bij iedere patint afzonderlijk zal moeten worden uitgezocht welk vaccin of medicijn (mogelijk kan ook Lariam dit soort verschijnselen veroorzaken) verantwoordelijk is voor de klachten.

 


HET ACUTE POST-VACCINAAL SYNDROOM

Casus 6 (acuut PVS: dubbele longontsteking)
Ragma is een meisje van n jaar. In de vroege ochtend van 4 mei 1992 belde een verontruste vader mij, omdat zijn dochter vrij ernstig ziek was. De ouders van Ragma zijn beiden homeopathisch huisarts en kenden de gevaren van vaccinaties. Ze hadden besloten om hun dochter later en slechts gedeeltelijk in te enten om vaccinatierisico's zo veel mogelijk te vermijden. Omdat beiden graag verre reizen maken, besloten ze om Ragma op de leeftijd van 13 maanden een DTP te geven. Tot dan toe was ze een gezond kind geweest. Ze had wel eens wat gehoest, maar dat was altijd spontaan overgegaan.
De dag na de vaccinatie werd Ragma heel hangerig. Na een week begon ze te hoesten tot brakens toe met een temperatuur tussen de 38 en 39C. Ze wilde behalve de ene borstvoeding per dag die ze nog kreeg niet meer eten of drinken. Ze werd zeer frequent wakker en sliep pas goed in rond 5 uur 's morgens. Ze was erg huilerig, vooral 's nachts. Na 4 dagen hoesten en koorts, gaven haar ouders haar Thuja C1000. Hierop reageerde ze echter niet. Haar toestand verslechterde en vijf dagen na het begin van haar ziektetoestand had ze een duidelijk infiltraat* in de onderkwab van haar linker long. Haar temperatuur was 39.5C, ze at en dronk niet meer en braakte nog steeds ten gevolge van het hoesten. Haar ouders waren bang voor uitdroging en vreesden voor een ziekenhuisopname. De behandelend huisarts drong aan op onmiddellijk starten van een antibioticumkuur.
Als de vader mij dan belt op die ochtend van 4 mei adviseer ik hem onmiddellijk te starten met DTP 200K in een oplossing en elk uur een theelepeltje te geven. Ik spreek met hem af dat ik Ragma in de late namiddag nog zal zien. Haar toestand is dan globaal genomen nog hetzelfde. Links onder zijn duidelijke crepitaties (met de stethoscoop waarneembare geluiden die op een longontsteking wijzen) te horen, er is (nog) geen sprake van uitdroging en we hebben te doen met een ernstig ziek kind. We spreken af om met de behandeling door te gaan en de volgende ochtend een beslissing te nemen.
De volgende ochtend krijg ik een enthousiast telefoontje van de ouders. Ragma heeft beter geslapen, haar temperatuur is 37.9C, ze hoest veel minder, braakt niet meer en is veel actiever. De behandeling wordt voortgezet. (ieder uur een slok DTP 200K).
De ochtend daarop is Ragma weer springlevend. De koorts is volledig verdwenen, de eetlust is weer prima en ze drinkt weer goed. Ze heeft weer een normale gelaatskleur. De medicatie wordt verder gestopt en de longen genezen zonder problemen.
Dat ik het in het geval van Ragma aandurfde om haar zo te behandelen, komt omdat ik ondertussen een ruime ervaring met het geven van het gepotentierde vaccin voor PVS-klachten heb opgedaan en vertrouwen heb kunnen opbouwen in de werkzaamheid van deze methode. Waarschijnlijk zouden antibiotica hier te langzaam hebben gewerkt om een uitdroging met ziekenhuisopname te voorkomen, terwijl de DTP 200K niet alleen op een zeer efficinte wijze het post-vaccinaal syndroom genas, maar tevens haar algehele afweer weer herstelde.

 


GEDRAGSSTOORNISSEN, STEMMINGSVERANDERINGEN

Het is duidelijk dat een kind dat verkouden is, jeuk heeft of slecht hoort, chagrijniger, huileriger, lastiger, etc, zal zijn. Toch zien we bij een aantal kinderen duidelijke gedragsafwijkingen optreden na het vaccineren, die niet als 'een wat minder lekker in zijn vel zitten' geduid kunnen worden.

Casus 1 (gedragsstoornissen, koorts, slecht humeur))
Jurgen is daar zo'n voorbeeld van. Hij is precies een jaar oud als zijn moeder voor het eerst bij mij op het spreekuur komt. Hij is toen hij drie weken oud was verkouden geworden en het is nooit meer overgegaan. Tot zes maanden was hij lief en rustig, maar toen is het plots omgeslagen: hij werd onrustig en druk en heeft vaak koorts gedurende een dag, dit jaar al zo'n tien keer. Alsof het een ander kind geworden was, zegt moeder. Hij vond niks meer leuk, wilde absoluut niet meer op schoot, zelfs niet voor een liedje of spelletje. Hij heeft zijn vaccinaties precies op tijd gehad en 'heeft er absoluut geen last van gehad' zegt moeder, alleen bij de DKTP/HIB4 een maand geleden heeft hij een dag koorts gehad. Hij heeft ook uitzonderlijk veel last van het tanden krijgen, met hoge koorts en diarree. Bij zijn verkoudheden heeft hij een waterige loopneus, rochelt en piept, je hoort altijd wel iets zegt zijn moeder. Vanaf zes maanden krijgt hij naast de flesvoeding ook groenten en vruchtensap. Wat is er toch met hem aan de hand? Zijn verkoudheid heeft hij al vanaf zijn drie weken en heeft dus zeer waarschijnlijk te maken met een aangeboren neiging tot infecties, een zwakke afweer. Maar heel opmerkelijk in zijn ziektegeschiedenis is de enorme karakterverandering van Jurgen met zes maanden. Theoretisch zou dat aan de veranderde voeding kunnen liggen, maar het is zeer onwaarschijnlijk dat die een dergelijke karakterverandering veroorzaakt heeft. Deze veranderingen zijn echter wel heel goed te verklaren als een post-vaccinaal syndroom. Dat hij geen enkele reactie op de verschillende vaccins vertoonde is eerder een teken van zijn slechte afweer in het algemeen dan een aanwijzing voor de onschadelijkheid van die vaccinaties.
Voor Jurgen betekent dit dat we naar alle waarschijnlijkheid de karakteromslag weer moeten kunnen herstellen door hem een serie gepotentierde DKTP/HIB te geven. Zijn slechte afweer (die tot uiting komt in zijn chronische verkoudheden) blijft echter een nader te behandelen probleem, omdat dit immers van voor de vaccinatieperiode afkomstig is. Na de DKTP/HIB 30K, die hij 's avonds voor het naar bed gaan krijgt, huilt hij s nachts vier uur aan een stuk en is hij de volgende dag al opvallend vrolijker. Hij heeft die dag ook diarree. De 30K wordt dan enkele dagen later weer herhaald, waarna vervolgens nog de hele serie gegeven wordt. Ik zie Jurgen na drie weken terug. Zijn gedrag is wonderbaarlijk verbeterd, zegt moeder. Hij is nu een veel blijer kind, hij blijft nu weer op schoot zitten, en toont echt blijdschap (bijvoorbeeld als zijn ouders thuiskomen). Hij speelt nu echt en loopt niet meer van het n naar het ander. Ook zijn gejaagdheid is verdwenen. Sinds deze behandeling heeft hij echter vaak diarree en hij slaapt erg slecht, hij wordt elke nacht wakker en wil dan spelen alsof hij de verloren tijd wil inhalen. Als moeder weggaat begint hij te krijsen. Ik besluit hem opnieuw een serie gepotentierde DKTP/HIB te geven, waarop hij reageert met drie dagen koorts tot 40C met een loopneus, hoesten en ontstoken ogen. Hij heeft daarna bijna doorlopend diarree, begint zijn eten over te geven en is weer constant verkouden. Dan volgt een periode met veel lichamelijke problemen met kiezen die niet door willen komen, rochelen en piepen. Het lijkt erop dat hem nog wat anders dwars zit behalve de vaccinaties en ik besluit hem daarom verder op basis van zijn ziektesymptomen te behandelen met Cuprum metallicum, waarna hij uiteindelijk ook lichamelijk opknapt. Hij slaapt weer goed door, de diarree verdwijnt, de verkoudheden en ontstoken oogjes genezen en Jurgen is weer helemaal hersteld.

Casus 9 (gedragsstoornissen, terugval in ontwikkeling)
Na de DTP-prik van vier jaar krijgt Lisette een enorme terugval in haar ontwikkeling ondanks de preventie met DTP 200K twee dagen voor de vaccinatie en dezelfde dag nog na de vaccinatie: ze gaat weer slecht eten, is heel moe en valt terug in een babygedrag: ze brabbelt, wil 'gevoerd' worden en wil weer uit een flesje drinken. Ze is hangerig, ligt veel op de grond, heeft weer een enorme behoefte aan knuffelen en is overgevoelig voor pijn. Ik geef haar een hele serie DTP 30K, 200K, MK en XMK in vier dagen, waarop de klachten weer volledig verdwijnen en zij zich verder weer voorspoedig ontwikkelt.


Casus 25 (stemmingsstoornissen en hoesten)
-De moeder van Lotte belt me op 20 november 1995 omdat haar dochtertje van vier jaar in de grote vakantie is gaan hoesten. Bovendien is ze vermoeid en niet meer vrolijk. De klachten zijn nog steeds niet over en haar moeder geeft aan dat dit waarschijnlijk door het uitzonderlijke warme weer komt en doordat ze voor het eerst naar de basisschool is gegaan. Bij verdere navraag blijkt Lotte haar DTP-prik op 26 juni gekregen te hebben zonder daar direct ziek van te zijn geworden. Haar hoesten is wel ongeveer een week daarna begonnen. De meest waarschijnlijke oorzaak voor haar ziekte is daarom niet het warme weer en de school, maar de DTP-prik. Ik geef haar een behandeling met een serie DTP 30K t/m XMK in vier dagen. Tien dagen later (30 november) belt moeder me om te zeggen dat alle klachten over zijn. Lotte hoest niet meer en is weer het vrolijke, actieve kind van weleer. Ze vertelt dat Lotte op de derde dosis (DTP MK) koorts kreeg (38.5C). Ze heeft toen een dag gewacht, de derde dosis (DTP MK) nog een keer herhaald en toen die geen reactie meer gaf heeft ze een dag later de laatste dosis (DTP XMK) gegeven.


BEHANDELING VAN HET OVERJARIGE POST-VACCINAAL SYNDROOM

Casus 7 (tropenvaccins; diagnose; als de klachten al jaren bestaan: geheugen- en concentratiestoornissen, moeheid)
Deze achtendertig-jarige vrouw is de moeder van Ralf (casus 13). In 1983 (28 jaar) ging ze naar Indonesi en kreeg tweemaal een Cholera-, DTP- en Typhod-vaccinatie en eenmaal gammaglobuline. Sindsdien is ze moe, heeft dof haar, haar geheugen is sterk verslechterd evenals haar humeur. Ze kan zich heel slecht concentreren en ze voelt zich opgejaagd, bang dat ze dingen niet op tijd afkrijgt. Haar seksuele energie is ook helemaal weg. Haar conditie is geleidelijk steeds slechter geworden. Bovendien heeft ze voortdurend spierpijn. Ze is meer gaan eten en tien kilo aangekomen. Haar ontlasting is vanaf die tijd dun. Ze is voortdurend verkouden, als haar kinderen verkouden zijn doet ze altijd mee. Ze vertelt me: 'Je weet dat het je karakter en energie veranderd heeft, maar je hebt de kracht niet om er iets aan te doen. Ook je wil is aangetast. Ik ben met de kinderen bij u gekomen, maar zou nooit voor mezelf gekomen zijn.' In 1993, tien jaar na haar vakantie in Indonesi wordt haar zoon Ralf via een keizersnede geboren, waarvoor ze een narcose krijgt. Daarna krijgt ze nog twee miskramen met eenmaal narcose voor een curettage, waarna haar geheugen en concentratie nog slechter worden. Daarom geef ik haar eerst een serie Nux vomica 30K t/m XMK om de nadelige effecten van de narcose op te ruimen. Ze knapt dan duidelijk op, haar energie wordt beter en ze heeft geen last meer van hoofdpijn. Ze heeft zelfs weer in de zon gezeten zonder vuurrode opzwelling van aders en hoofdpijn. Ook haar humeur is aanzienlijk verbeterd, maar haar geheugen en concentratie blijven slecht. Een herhaling van Nux vomica geeft geen verdere verbetering meer. Vervolgens start ik (juni 1995) met het ontstoren van de vaccins, dat nu, september 1996, nog niet voltooid is. Haar genezingsproces verloopt geleidelijk met soms flinke verergeringen. Uiteindelijk blijkt de typhod vaccinatie verantwoordelijk voor haar klachten te zijn. Nog steeds reageert ze heftig op de gepotentierde Typhoid, maar komt dan telkens weer een stap verder. Haar geheugen is al enorm verbeterd, haar energie is duidelijk toegenomen. Ze zegt: 'mijn wilskracht is weer terug en ik ben een ander mens. Als ik terugkijk naar de periode van voor de behandeling dan lag er een deken over me heen, ik deed alles op routine. De mist is nu opgetrokken. Mijn concentratie is weer goed, ik kan weer een boek lezen en ik heb weer zin in studeren, het blijft beter hangen. Ik heb het gevoel tien jaar aan het inhalen te zijn. Ik ben nu ook weer fit als ik 's morgens opsta, terwijl ik al die jaren moe ben opgestaan.'

Casus 8 ( als de klachten al jaren bestaan, uitslag)
Een ander voorbeeld komt van mijn collega, die een meisje van 17 jaar behandelde voor netelroos (urticaria) in het gezicht. Ze had heel haar leven lang stad en land afgelopen om genezing te vinden en steeds zonder succes. Als mijn collega informeert hoe lang dit eczeem nu al bestaat vertelt moeder dat het begonnen is op 3 maanden na de eerste DKTP-prik, dus 17 jaar geleden. Ze krijgt dus een serie DKTP 30K, 200K, MK en XMK in vier dagen en de uitslag verdwijnt als sneeuw voor de zon in veertien dagen tijd en is daarna (nu negen maanden later) niet meer teruggekomen.


Casus 30 (tropenvaccins; chronische vermoeidheid en verkoudheid, verlies van afweer, vaginale schimmelinfecties)
Deze 34 jarige mevrouw met 2 kleine kinderen van 5 en 3 jaar is 10 jaar geleden naar Bolivia geweest om haar oom en tante in La Paz, dat op 4000 meter hoogte ligt op te zoeken. Ze krijgt een maand voor vertrek een DTP en Thyphoid vaccin op dezelfde dag en 4 dagen later gammaglobuline en nogmaals Thyphoid, waarop ze met een voorhoofds- en kaakholteontsteking reageert. Op het vliegveld van La Paz valt ze flauw, heeft koorts, stinkende diarree en is misselijk. Een plaatselijke arts constateert een thyphoid infectie, die wel van de prik moet komen omdat die in Bolivia niet voorkomt. Ze krijgt veel antibiotica en valt 6 kilo af. Ze brengt haar verblijf in La Paz grotendeels in bed door. Na een maand keert ze terug naar Nederland en in het AMC (Academisch ziekenhuis in Amsterdam) worden geen afwijkingen in haar ontlasting gevonden. Maar sinds die tijd is ze ontzettend vatbaar, alles wat de kinderen meebrengen krijgt ze zelf ook: waterpokken, roodvonk en ze is chronisch verkouden en moe. In '96 ondergaat ze een kaakholtespoeling, maar dat levert niets op, waarna nog 3 antibioticakuren volgen, voordat ik haar in maart 1997 voor het eerst zie. Ze is ondertussen voor allerlei antibiotica allergisch. Ik start de kuur met Penicillinum in een serie 30K, 200K, MK en XMK, daarna volgen de gepotentierde reeksen van gammaglobuline, Typhoid en tenslotte DTP, steeds met een tussenpauze van 2 weken. Op de Penicillinumserie reageert ze met waterige en pussende ogen. Op de gammaglobulineserie wordt ze ontzettend moe, en krijgt dezelfde hoofdpijn en maagpijn terug als ze in La Paz heeft gehad. Op de thypoidserie krijgt ze ongelooflijke hoofdpijn en is ze weer ontzettend moe. Op de DTP reageert ze ook weer met moeheid. Als ik haar dan terugzie zegt ze: "Ik voel me beter. Mijn kaakholtes zijn opener en als ik snuit zijn ze leeg. Ik knap nu weer op van een half uurtje slapen, terwijl ik daarvoor van een sista van twee uur nog moe wakker werd. De laatste 10 jaar had ik bijna dagelijks hoofdpijn en slikte elke dag 3 Brufen* en 3 asperines. Ik heb het gevoel meer weerstand te hebben." De hele kuur wordt nu nogmaals herhaald (eind juli). Op het vervolgconsult 4 maanden later voelt ze zich stukken beter, ze heeft 6 weken lang geen hoofdpijn gehad, maar die is sinds anderhalve maand weer wat teruggekomen. Ze heeft geen middagslaap meer nodig. Ze heeft nu ook al een half jaar geen vaginale schimmelinfecties meer gehad, terwijl ze die daarvoor elke drie weken had. Na elke kuur kreeg ze weer even diarree. Ze is ook veel minder vatbaar geworden. Ook haar maag voelt anders aan en ze heeft veel minder behoefte aan zoet. Ze heeft nog wel last van snot, maar geen holteontstekingen meer. Haar vermoeidheid is voor 75 % over. Ze is nu bezig met een derde kuur. Tenslotte verzucht ze: "Artsen geloofden me nooit als ik zei dat het sinds die entingen was. Ze zeiden ga maar gezond eten dan komt alles wel weer goed."

 


VERZWAKTE ALGEHELE AFWEER

Casus 26 (verzwakte afweer; klachten pas 3 manden na vaccinatie)
Een goed voorbeeld hoe bijna ongemerkt de afweer van een klein kind ondermijnd kan worden en het een grote mate van deskundigheid vergt om dit als post vaccinaal syndroom te onderkennen en te genezen, blijkt uit het volgende voorbeeld.
Sabina is bijna twee jaar oud als ik haar half maart van dit jaar zie. Haar klachten zijn begonnen toen ze voor het eerst naar het kinderdagverblijf ging in november '96. Ze heeft last van neusverkoudheden, hoesten overgeven en diarree. Ze heeft al drie antibioticakuren gehad (nov-dec-jan). Eind november heeft ze waterpokken gehad. De zwangerschap is zonder veel problemen verlopen en Sabina is met de keizersnee geboren. Ze kreeg zeven maanden borstvoeding. Haar vaccinaties heeft ze volgens schema gehad. Na de twee DKTP/Hib is ze voor het eerst verkouden en haar laatste vaccinatie (BMR) is van Juli '96, waarop ze geen noemenswaardige reacties heeft gehad. Pas 3 maanden later als moeder haar dochter drie maal per week naar een kinderdagverblijf doet begint de ellende. Moeder beschrijft haar dochter als een echt 'rammetje', een doordrammer, die snel boos is als iets niet lukt en dan begint te gooien. Ze is heel leergierig, vrolijk, onrustig, ze eet en slaapt slecht. Ze heeft moeite met afscheid nemen. Ze kletst heel veel, ze reageert heel heftig op pijn en heeft een sterke neiging alles aan te raken. Ze is dol op knuffelen en zuigt veel op haar fiep. Ze is erg bleek, eet slecht warm eten, maar eet goed brood. Ze drinkt veel, wat nog toeneemt als ze ziek wordt. Ze heeft veel behoefte aan tussendoor eten. Familiair kanker bij PM / MPM / MMM en diabetes mellitus bij MP. Aan vaderskant veel overgewicht. Homeopathisch gezien heeft dit kind een duidelijk Saccharum-beeld en ik schrijf haar daarom Saccharum officinale 200K voor, elke twee weken een dosis. We hebben hier duidelijk te doen met een kind met verzwakte afweer. Zij is het enigste kind thuis en nog niet veel met andere kinderen in aanraking geweest. Daarom gaat het pas echt mis als ze op een kinderdagverblijf geplaatst wordt. Tien dagen na het begin van de behandeling belt moeder omdat de klachten toegenomen zijn en Sabina 40C heeft. Ik schrijf dan Saccharum off. 30K in water voor, elk uur een slok, maar de volgende dag is ze nog zieker en moeder is in paniek. Ik zie Sabine dan op consult en ze blijkt een dubbele oorontsteking te hebben, haar longen zijn schoon. Ik kom dan tot de conclusie dat er een andere laag is die de werking van het constitutionele middel (Sacch.off) blokkeert, een laag die over haar Saccharum laag heen is gekomen. In feite is de Saccharum niet in staat haar afweer te verbeteren en moet er dus een andere dan een constitutionele oorzaak voor haar slechte afweer zijn. Uit ervaring weet ik dat vaccins de meest voorkomende oorzaak zijn en verder is er nog niet zoveel gebeurt in haar nog korte leventje wat haar afweer zou duidelijk geschaad kan hebben. Ik begin daarom onmiddellijk met het ontstoren van de BMR die drie maanden voor het begin van de klachten gegeven is. Ik schrijf een oplossing BMR 30K elk uur een slok voor en de volgende dag is Sabina koortsvrij, heeft een goede nacht gehad en knapt zienderogen op. Dan volgt in enkele weken de verdere ontstoring van de BMR met hogere potenties even later gevolgd door de ontstoring van de DKTP en Hib. Sabina geneest op deze manier volledig van haar PVS en moeder merkt nu pas dat Sabina al voordat ze naar het kinderdagverblijf ging uit haar evenwicht was, hoewel dat toen nog niet in de vorm van infecties naar buiten kwam. Ook haar levensvreugde is sterk toegenomen, het is weer een heerlijk kind dat lekker in haar vel zit en waar iedereen van geniet.

Casus 27 (verzwakte afweer, onbehandelbaar na vaccinatie)
Een ander interessante casus is die van Sanne. Ze is ernstig gehandicapt en heeft vooral last van epileptische insulten en longontstekingen. Ik heb haar al 7 jaar in behandeling en in al die jaren is ze nooit meer het ziekenhuis in-gedraaid, hoewel het soms op het nippertje was en de moed en deskundigheid van de ouders zelf daar zeker ook een positieve invloed op gehad hebben. De laatste jaren zag ik haar nog maar sporadisch en meestal waren enkele telefoontjes en een goede samenwerking met de huisarts, die het medisch allemaal in de gaten hield, voldoende om een longontsteking of een verergering van de insulten met Opium of Cuprum metallicum op te lossen. En zo werd ze negen jaar en kreeg een DTP en BMR, weliswaar niet op dezelfde dag, op uitdrukkelijk verzoek van de ouders, maat toch.... Eind februari belt moeder me omdat Sanne een dreigende longontsteking heeft en ik schrijf haar zoals gewoonlijk Opium voor, maar deze keer helpt het niet en ook hogere potenties geven geen verbetering te zien. De nieuwe huisarts wil haar insturen, maar moeder weigert, ze geeft zelf het kind sondevoeding en ten einde raad besluiten we toch een antibioticakuur te geven, hoewel ze daar in het verleden nooit echt goed op reageerde. Ze knapt wat op, maar na een kuur van tien dagen is ze drie dagen later toch weer in dezelfde toestand met een duidelijke longontsteking. De vorige huisarts is ondertussen ingeschakeld en we overlegen hoe te handelen. Ik schrijf haar dan nog Cuprum metallicum en Cuprum sulphuricum voor, maar zonder succes. Dan toch maar een nieuwe antibioticakuur, maar wederom zonder succes. Niets lijkt te helpen. Dan zie ik Sanne op een uitgebreid consult en ontdek dat ze in oktober een BMR gehad heeft en een half jaar eerder een DTP. Ik start onmiddellijk met een BMR 30K elk uur een slok en de volgende dag heeft Sanne een prachtig Opiumbeeld terug. Ze slaapt de hele dag, is niet wakker te krijgen en draait weer met haar ogen naar boven. Sanne is weer reactief en dus weer behandelbaar. Dan knapt ze in een week tijd weer helemaal op, eerst met Opium, later gevolgd door Cuprum metallicum. De reactiviteit is weer hersteld, tenminste als we nu eerst ook de DTP verder ontstoren.

Hier zien we duidelijk hoe een 'constitutioneel' middel wat al zeven jaar uitstekende diensten heeft bewezen het af laat weten na inentingen en ook antibiotica geen oplossing kunnen bieden. Waar het dan op aan komt is de algehele weerstand weer herstellen door het ontstoren van het PVS, zodat zowel homeopathische middelen als eventuele antibiotica weer hun werk kunnen doen.

Casus 10 (verzwakte afweer, chronische verkoudheden, rochelen)
Patrick is negen maanden oud als ik hem voor het eerst zie. Hij is voortdurend verkouden met groen snot. Vanaf zijn geboorte ademt hij al onregelmatig, maar nu is zijn ademhaling ook zwaar en rochelend. Moeder is na viereneenhalve maand met borstvoeding gestopt. Rond die tijd is ook zijn eczeem in ellebogen en knieholtes begonnen, dat met cortisonzalf behandeld is. Hij heeft zijn entingen volgens schema gehad (dus met 3, 4 en 5 maanden). Acht tot tien dagen na de eerste DKTP/HIB krijgt hij bronchitis met hoesten, waarvoor hij van de huisarts antibiotica krijgt. Sindsdien heeft hij een rochelende ademhaling. Na de tweede DKTP/HIB wordt hij zwaar verkouden. Alleen de derde vaccinatie is opgesplitst, eerst de DKTP en veertien dagen later de HIB, wat veel minder reacties gaf. In het voorjaar heeft hij nog een ontsteking aan het rechteroog met groene pus gekregen en op het moment dat ik hem voor het eerst zie heeft hij een middenoorontsteking aan de linkerkant. Hij kreeg in totaal drie penicillinekuren en reageerde daarop steeds met huiduitslag. Hij krijgt nu drie maal daags twee Becotide. Hij zweet enorm. Ik start de behandeling met een serie HIB, een week later gevolgd door een serie DKTP en weer twee weken later een serie DKTP/HIB. Als ik hem vijf weken later terugzie is er nog geen duidelijke verbetering, hij heeft van de laatste serie alleen de 30K ingenomen en heeft net een oorontsteking achter de rug met hoge koorts (40,6C), waarvoor de huisarts een penicillinekuur gegeven heeft. Toch lijken de vaccinaties de enige verklaring voor zijn klachten te zijn. Hier is blijkbaar over de ene verstoring nog een andere gekomen. We weten uit de homeopathie dat verschillende verstoringen altijd in de juiste volgorde behandeld moeten worden, dat wil zeggen in de omgekeerde volgorde als waarin ze verschenen zijn. Blijkbaar hebben de antibioticakuren een probleem op zich veroorzaakt en kan hij daardoor niet op de ingestelde therapie reageren. Ik besluit hem daarom eerst een serie Penicillinum 30K, 200K, MK en XMK te geven, waarop hij na de MK reageert met geel snot en een droge hoest, die twee dagen duurt. Hierna wordt de XMK gegeven en verdwijnt de gele snot geheel. Twee weken later krijgt hij de serie DKTP/HIB, waarna hij verder opknapt. Een maand later is hij helemaal hersteld: hij is niet meer verkouden en rochelt niet meer.

Casus 11 (diagnose: verzwakte afweer, oorontstekingen, piepende ademhaling)
Een ander voorbeeld van een verminderde algehele weerstand is Hanneke. Ze is zeven maanden oud als ze op mijn spreekuur verschijnt. Twee maanden eerder is ze voor het eerst verkouden geworden, gevolgd door een middenoorontsteking rechts en een bronchitis waarvoor ze een antibioticum-kuur kreeg. Een week later heeft ze een dubbele oorontsteking en haar bronchitis is niet over, dus krijgt ze opnieuw een antibioticum-kuur. Sindsdien heeft ze een piepende ademhaling ten gevolge van slijm op haar longetjes. Bij navraag blijkt het allemaal begonnen te zijn na de derde DKTP. Ik geef haar een serie DKTP 30K, 200K, MK en XMK in vier opeenvolgende dagen. Daarna heeft ze geen last meer van oorontstekingen, piepende ademhaling of bronchitis, maar haar verkoudheid blijft. Ze is nu ook in korte tijd gaan zitten, kruipen en staan. Nu wordt pas duidelijk dat haar ontwikkeling bijna ongemerkt was achter gebleven. Er zit nog vocht achter het linker trommelvlies en bij een gehoortest blijkt ze links praktisch niets en rechts slecht te horen. Haar doorkomende tanden veroorzaken veel last en ze huilt veel 's nachts. Ze zit nog niet echt lekker in haar vel. Eind februari geef ik haar opnieuw een serie DKTP 30K, 200K, MK en XMK, omdat de post-vaccinale ziektesymptomen niet volledig zijn uitgewist. Daarop verdwijnt haar verkoudheid. Haar gehoor is weer perfect en ze is weer in opperbeste stemming. Hanneke is weer gezond als voorheen en haar algehele afweer is weer volledig hersteld.

Casus 12 (verzwakte afweer, oorontstekingen, verkoudheden)
Tenslotte de casus van Ellen. Ze is elf maanden oud als ik haar half februari zie en ze is steeds weer verkouden 'sinds haar geboorte'. De eerste weken heeft ze 's avonds voortdurend gehuild, waarschijnlijk vanwege buikkrampjes. Als ze vijf maanden is, heeft ze veertien dagen lang vreselijke waterige, spuitende diarree. Op acht maanden heeft ze voor het eerst een middenoorontsteking met pussige uitvloed en koorts tot boven de 40C. Ze krijgt dan voor het eerst antibiotica. Daarna heeft ze in twee maanden nog vier maal een middenoorontsteking, de laatste met braken, waterdunne diarree en een temperatuur tussen de 37,5 en 38,6C. Het is verder een pittig kind, tamelijk snel in haar ontwikkeling en ze eet en slaapt goed. Als ze ziek is ruikt ze zuur. Ze heeft 3 DKTP's gehad, waarop ze geen enkele directe reactie vertoonde. Aan moeders kant komen vrij veel middenoorontstekingen en maag-darmstoornissen voor. Ik begin de behandeling met een gebruikelijke homeopathische behandeling, maar zonder succes. Op 15 april krijgt ze de vierde DKTP en 14 dagen later wordt ze weer verkouden, gaat slijm ophoesten, krijgt vervolgens etteroogjes, eet minder, huilt 's avonds op en krijgt uiteindelijk weer een middenoorontsteking. Als ik haar begin juni zie met een dubbelzijdig loopoor, een vieze neus en pusoogjes en het verhaal hoor, wordt het me duidelijk dat het om een PVS gaat. Ik schrijf haar een DKTP 30K, 200K, MK, en XMK voor in vier opeenvolgende dagen. Op 20 juli belt moeder mij op om te melden dat het kind 'nog nooit zo goed' is geweest. Alles is over en iedereen verbaast zich erover dat het kind er zo goed uitziet. Er is verder geen terugval meer.

 


MOGELIJK GROTERE RISICO'S BIJ VOLGENDE GENERATIES

Casus 13 (eczeem, agressiviteit, verkoudheid)
Een voorbeeld van deze gang van zaken is Ralf. Hij is anderhalf jaar. Hij heeft eczeem en de eerste plekken kreeg hij met 7 maanden. Zowel na de DKTP/HIB's als na de BMR werd hij gedurende een week krijsend en gillend wakker en wilde hij 's avonds niet naar bed, was volledig in paniek en moest in slaap gewiegd worden. Na de derde DKTP/HIB begon hij bovendien te braken en kreeg een stinkende ontlasting. Sinds de BMR is zijn eczeem veel erger geworden en is hij agressief, gooit hij met van alles en is hij gespannen, wat nog verergert als je hem oppakt. Moeder zegt dat hij afgeknapt is. Was hij het eerste halve jaar een heel tevreden kind, sinds zes maanden is hij ontevreden en regelmatig verkouden. Vanaf zijn zevende maand is hij 's nachts heel veel gaan drinken en na de BMR ook overdag. De behandeling wordt gestart met een serie BMR 30K, 200K, MK en XMK en drie weken later krijgt hij de serie DKTP/HIB 30K, 200K, MK en XMK. Na de serie BMR wordt hij al veel vrolijker en na de serie DKTP/HIB is hij weer 'het oude manneke' zoals moeder zegt. Hij begint weer te praten, zit weer lekker in zijn vel, er zit weer pit in. Maar zijn dorst 's nachts is onverminderd en hij is zonder drinken niet stil te krijgen. Bovendien is hij nu flink verkouden en heeft een waterige, slijmerige ontlasting. Ik geef hem nu opnieuw een serie BMR. Na deze laatste serie wordt hij gedurende 3 dagen 's morgens gillend wakker en is bang om 's avonds te gaan slapen, net als na zijn BMR-inenting. Verder gebeurt er weinig opvallends. Twee weken later krijgt hij dan opnieuw zijn serie DKTP/HIB en reageert dan hetzelfde als op de serie BMR, ook dat duurt een paar dagen. Dan verdwijnt zijn overmatige dorst 's nachts in enkele weken, hij slaapt nu steeds vaker door en in drie maanden tijd verdwijnt geleidelijk ook zijn eczeem zonder verdere therapie. Alle symptomen die ontstaan waren ten gevolge van de vaccinaties zijn nu volledig verdwenen.

Niet elk kind loopt zo'n duidelijke verstoring op door het vaccineren, maar hij is helaas nog maar een van de weinigen die heeft kunnen profiteren van een herstelprogramma. Ralf behoort tot een familie waar al eerder schade door vaccinaties is ontstaan. Zijn moeder ging in 1983 naar Indonesi op vakantie en kreeg toen twee maal een cholera, DTP en Thyphod injectie en eenmaal gammaglobuline. Sindsdien is zij moe, nu al 11 jaar (Casus 7 diagnose; als de klachten al jaren bestaan: geheugen- en concentratiestoornissen, moeheid). Ook haar vader is indertijd naar Indonesi geweest, als soldaat en heeft ook de nodige injecties gehad. Daarmee is Ralf nu de derde generatie met vaccinatieproblematiek.

 


AANBEVELINGEN

Casus 15 (teveel vaccins tegelijk: stuipen, terugval in ontwikkeling)
Bij Marieke waren haar vierde DKTP en HIB uitgesteld en met 15 maanden moet ze nog een DKTP, HIB en BMR krijgen en dat gebeurt ook, alles ineens, in totaal acht vaccins. Op een vertwijfeld vragen van de moeder of dat allemaal wel kan, wordt geantwoord dat ze daar best tegen kan. Toch had ze op de eerste drie DKTP's en HIB's gereageerd met meer dan 39C koorts en een schreeuwend, ontroostbaar huilen (vooral de eerste keer). De negende dag na deze massale enting krijgt ze een stuip met snurkende, rochelende ademhaling en haar rechterkant wordt helemaal stijf. Ze heeft dan 41,2C koorts. De huisarts stuurt haar in. In het ziekenhuis krijgt ze een ruggenprik en verder bloedonderzoek, maar er wordt geen infectie geconstateerd. Na twee dagen lijkt ze weer helemaal hersteld, maar de derde dag krijgt ze om acht uur 's morgens een zware epileptische aanval waar ze tegen de avond pas weer uit komt. Marieke is Marieke niet meer. Ze zegt alleen nog maar hum, hum,.... Ze beweegt voortdurend op en neer van achter naar voren. Er is geen oogcontact meer, 'alsof ze dwars door je heen kijkt'. Er is geen warmte, geen blijdschap, geen verdriet, geen gevoel meer. Ze is weer een hulpbehoevende baby, moet weer geholpen worden bij het eten, ze kan niet meer kruipen, lopen en praten. Haar groei komt praktisch tot stilstand.
Het lijkt wel of Marieke een soort evenwichtsstoornis heeft, ze zwabbert met haar handen bij het lopen en ze krijgt nu sinds twee maanden fysiotherapie en logopedie. Ze zegt alleen nog maar mama en papa. Ze heeft echter nooit epileptische toevallen meer terug gekregen en haar medicijnen zijn na drie maanden afgebouwd.
Ze is nu tweeneenhalf jaar en haar ziektegeschiedenis is nooit als een post-vaccinaal syndroom gediagnosticeerd. Haar kinderarts vraagt haar moeder steeds als ze met Marieke op consult komt of ze nog altijd gelooft dat het allemaal van die vaccinaties komt, waarop moeder steeds weer antwoordt dat ze er voor 99% zeker van is. Maar het definitieve bewijs van een oorzakelijk verband zal ook hier van het gepotentierde vaccin moeten komen.
We starten de behandeling voorzichtig met alleen een BMR in homeopathische verdunningen met telkens een week tussen elke inname. Of Marieke helemaal kan genezen is nog maar de vraag. Deze ellende had waarschijnlijk voorkomen kunnen worden wanneer het toedienen van dit soort cocktails van vaccins tot het verleden zou behoren.
Op 22 april begon de behandeling en ik zag haar 14 augustus terug, bijna 4 maanden later. Ze heeft elke potentie van de BMR serie tweemaal gehad omdat ze steeds verergeringsreacties kreeg. De laatste dosis (XMK) kreeg ze drie weken geleden.
Marieke is enorm veranderd. Ze kreeg meteen een loopneus en heeft een hele emotionele periode doorgemaakt, waarbij ze letterlijk om alles huilde en zich aan moeder vastklampte, net als toen ze in het ziekenhuis lag. Maar nu voelt ze zich weer veilig bij vader en moeder en je kunt haar gemakkelijk bij bekenden achterlaten. Ze is weer stralend, zegt moeder, ze is vrijer, gaat naar mensen toe, is duidelijker in wat ze wil. Haar motoriek is sterk verbeterd. De babyhouding is verdwenen, haar fijne motoriek en evenwicht zijn met sprongen vooruitgegaan. Ze kan nu weer normaal lopen, het zwabberen is verdwenen. Haar pupillen zijn nu niet meer verwijd, reageren normaal en haar overgevoeligheid voor licht is een stuk minder geworden. Ook haar ontlasting is verbeterd, de onverteerde resten zijn verdwenen en de reuk is beter. Haar spraak is ook verbeterd, ze zegt enkele nieuwe woorden, maar daar blijft ze nog ver achter bij haar leeftijd. In het geheel loopt ze nu nog ongeveer een half jaar achter op haar kalenderleeftijd, dat betekent dat ze in vier maanden tijd zo'n anderhalf jaar heeft ingehaald. Een gesprek met de consultatiebureau-arts, die haar indertijd al die vaccins in n keer gaf, heeft weinig opgeleverd. Zij blijft erbij dat ze juist gehandeld heeft en zegt dat ze in de toekomst bij andere kinderen die op hun schema achter zijn hetzelfde zal doen.
Ik besluit nu de andere vaccins (DKTP en HIB) in n keer te ontstoren omdat ze in een veel betere conditie is. Daarna kan zo nodig de hele procedure nog eens herhaald worden. Het lijkt er op dat ook Marieke voor de volle 100% zal kunnen herstellen van haar PVS. Met deze behandeling tot nu toe werd tevens onomstotelijk de oorzaak van haar geestelijk en lichamelijk achterblijven vastgesteld: PVS.

Casus 16 (onnodige herhaling van een vaccin: ontwikkelingsstoornissen)
Door een onnodige herhaling van het kinkhoestvaccin heeft Saskia vervelende bijwerkingen na elke vaccinatie. Zij kreeg met drie maanden haar eerste DKTP/HIB en veertien dagen later brak bij haar de kinkhoest uit na een contact met een vriendinnetje dat reeds was besmet. De kinderarts stelde de diagnose kinkhoest en de ziekte duurde bijna vijf maanden. Maar ook daarna was ze voortdurend ziek: verkoudheden, griep, diarree en werd door alle ziekteverwekkers waarmee ze in aanraking kwam geveld. Toch krijgt ze met acht maanden een DKTP/HIB, ondanks de uitdrukkelijke vraag van de ouders of die K wel nodig is. Ze krijgt dan hoge koorts en is twee dagen flink ziek. Een maand later volgt dan de derde DKTP/HIB, waarna ze een week ziek is met hoge koorts. Pas dan wordt besloten bij de volgende enting de volledig overbodige kinkhoestvaccinatie weg te laten. Op die DTP/HIB vaccinatie reageert ze nauwelijks. Maar haar verdere ontwikkeling is duidelijk gestoord. Saskia is nu bijna twee jaar, praat nog niet en wil alleen gemalen voeding. Er zit veel spanning in rug en nek en ze kruipt in een scheve houding. Ze loopt praktisch niet en houdt zich voortdurend overal aan vast.
Nu drie maanden na het begin van het herstelprogramma met DKTP/HIB 30K, 200K, MK en XMK en met Pertussinum (kinkhoest) 30K, 200K en MK (de XMK heeft ze nog niet gehad) is Saskia een ander kind. De verbetering zette moeizaam in, maar geleidelijk werd het steeds duidelijker dat ze aan het herstellen was. De resultaten zijn nu zelfs spectaculair te noemen. Ze heeft haar achterstand volledig ingehaald. Ze kan nu normaal lopen, zelfs rennen, huppelen, traplopen en achteruit lopen. Het kruipen is nu ook symmetrisch. Haar spraak is weer op niveau en ze articuleert veel duidelijker. Ze is heel ondernemend, durft veel meer zonder moeder, ze is niet meer paniekerig als ze haar niet ziet. Ze heeft minder slaap nodig en gebruikt geen medicijnen meer. Een verkoudheid met groene snot genas voor het eerst zonder op haar longen te slaan en zonder benauwdheid. Ze heeft goede zin en je kunt elke dag van haar genieten zegt moeder. Bij Saskia zijn de nadelige effecten van de DKTP/HIB en de kinkhoest praktisch volledig weer uitgewist.

 


ASTMA, ASTMATISCHE BRONCHITIS, CHRONISCHE BRONCHITIS, LONGONTSTEKING

Dit zijn zeer frequent voorkomende klachten. De enorme toename van deze aandoeningen onder jonge kinderen zou daarom wel eens kunnen samenhangen met de vele vaccins die ze op zeer jonge leeftijd toegediend krijgen9. Er is een steeds grotere groep kinderen die voortdurend verkouden is en frequent keel-, neus-, en oorinfecties of luchtweginfecties heeft. Luchtverontreiniging of het elkaar besmetten op peuterspeelzaal en school, wat vaak als oorzaak gegeven wordt, zijn daar mijns inziens geen voldoende verklaring voor. Een kind dient op zijn afweer te kunnen rekenen. Van tijd tot tijd een verkoudheid, zonder complicaties!, is een natuurlijk gebeuren. Een steeds grotere groep kinderen kampt echter met chronische of steeds weer terugkerende infecties waarvoor ze keer op keer antibiotica gebruiken.

Casus 17 (benauwdheid)
Francis is daar een voorbeeld van. Ze is bijna twee jaar en heeft luchtwegproblemen. Ze is steeds fors benauwd bij elke verkoudheid vanaf een week na de tweede DKTP. Ik geef haar daarom DKTP 30K, 200K, MK en XMK in vier opeenvolgende dagen. Vanaf de XMK gaat ze 's avonds huilen bij het inslapen, wat ze nooit eerder heeft gedaan. Ze is hierbij vreselijk in paniek. Vier dagen na de XMK wordt ze verkouden, slap in de beentjes en jengelig. Daarom geef ik haar een DKTP 200K in een oplossing. Ze is dan nog wel benauwd, maar veel minder dan normaal. Geleidelijk gaat het dan beter met Francis. Bij een volgende verkoudheid hoest ze nog wel wat, maar wordt ze niet meer benauwd. Haar laatste verkoudheid is zonder enige complicatie verlopen. Francis zit nu weer goed in haar vel en haar benauwdheid is niet meer teruggekomen.

Casus 18 (chronisch hoesten)
Een ander voorbeeld is Walter. Hij is veertien maanden als ik hem voor het eerst op mijn spreekuur zie. Met zijn drie maanden krijgt hij een longontsteking, die met penicilline behandeld wordt, maar sindsdien is hij blijven hoesten. Hij gebruikt nu al een jaar Deptropine* driemaal daags 2,5 ml, maar hij blijft hoestbuien houden zowel overdag als 's nachts. Het vermoeden van een PVS dringt zich op, maar de moeder verzekert me dat hij de longontsteking vr de eerste DKTP heeft gehad. Op de DKTP's en HIB's heeft hij nauwelijks enige reactie vertoond. Ik schrijf hem dan een door zijn symptomen bepaald homeopathisch middel voor, waar hij nauwelijks op reageert. Veertien dagen later belt moeder me op met de mededeling dat ze alles nog eens nagekeken heeft in het babyboekje en dat Walter de longontsteking vier dagen na de eerste DKTP gekregen heeft. Ik schrijf hem dan onmiddellijk DKTP 30K, 200K, MK en XMK in vier opeenvolgende dagen voor en een week later is het hoesten geheel verdwenen en wordt de Deptropine snel afgebouwd. Aan een jaar lang hoesten en Deptropine gebruik is daarmee een eind gekomen.

Casus 19 (piepende ademhaling)
Joop is anderhalf jaar oud en met veertien maanden kreeg hij de BMR prik. Een week later wordt hij verkouden met een piepende ademhaling. Van de DKTP's heeft hij weinig last gehad. Met een penicillinekuur lijkt alles weer in orde te zijn, maar een maand later wordt hij opnieuw verkouden en piept hij ook weer. Ik geef hem dan BMR 200K, drie dagen achter elkaar. Zijn toestand verbetert, maar hij geneest niet helemaal. Een serie BMR 30K, 200K, MK en XMK geneest hem volledig en zijn klachten komen niet meer terug.

 


HUIDAANDOENINGEN (ECZEEM)

Huidklachten als uitdrukking van een inwendige verstoring door vaccinaties komen frequent voor. Als de vaccinaties dan met het gepotentierde vaccin behandeld worden, zelfs na jaren, verdwijnen de klachten weer volledig, zoals bij een meisje van 17 jaar dat door een serie DKTP in homeopathische verdunningen van haar urticaria (netelroos) in haar gezicht genas. (zie casus 8)

Casus 20 (eczeem)
Frits is vijf maanden oud als ik hem voor het eerst op mijn spreekuur zie. Hij heeft een 'constitutioneel eczeem' sinds zes weken, wat op zijn rechter wang begonnen is en zich vervolgens over zijn hele lichaam verspreid heeft. Hij is overgevoelig voor inheems fruit en heeft een koemelkeiwitallergie. Hij heeft precies een maand voor het uitbreken van het eczeem zijn eerste DKTP gehad en net twee dagen geleden zijn tweede. Ik schrijf hem DKTP 30K, 200K, MK en XMK voor en na de MK krijgt hij koorts, waardoor de XMK uitgesteld wordt. Daarop vermindert zijn eczeem snel. Veertien dagen nadien krijgt hij nog de XMK en verdwijnt het eczeem geheel. Een maand later krijgt hij de hele serie nog een keer vanwege een lichte terugval, waarop het eczeem definitief geneest.

Casus 21 (eczeem, verkoudheid, gedragsstoornissen)
Bert is acht maanden oud. Hij heeft eczeem sinds zijn eerste DKTP/HIB in zijn elleboogholtes, op zijn rug, op zijn beentjes en schouders. Tussen de tweede en derde vaccinatie krijgt hij waterpokken. Na de derde DKTP/HIB verergert zijn eczeem flink, het eczeem verandert in een nat eczeem met veel jeuk. Sinds de eerste enting is hij ook chronisch verkouden en ademt wat 'hesig' zoals moeder zegt. Hij heeft ook tweemaal last gehad van pus in zijn oogjes. De diagnose van de kinderarts is constitutioneel eczeem. Zijn advies is dun hormoonzalf smeren. Tot drie maanden was Bert een gezond kind. De behandeling wordt gestart met DKTP/HIB 30K, 200K, MK en XMK in vier opeenvolgende dagen. Meteen na de eerste dosis (30K) krijgt Bert hoge koorts met verergering van het eczeem, vooral op de rug. De koorts verdwijnt na een dag spontaan, de hogere potenties worden even uitgesteld en de DKTP/HIB 30K wordt een dag later opnieuw gegeven. Als dan geen verergering meer volgt worden de hogere potenties volgens schema gegeven. Twee weken later krijgt Bert nog een serie Varicellinum (waterpokken) om een eventuele energetische storing door de waterpokken te corrigeren. Op deze serie volgen geen verergeringsreacties. Ongeveer vijf weken na het begin van de therapie begint het eczeem snel te verbeteren en twee weken later is hij helemaal schoon. Zijn luchtwegen zijn weer helemaal vrij en hij is niet meer verkouden. Bovendien is hij ook niet meer hyperactief, het ongecontroleerde en driftige is weg en zijn haren en nagels zijn weer normaal gaan groeien (opvallend sneller dan voorheen). Alleen heeft hij nog iedere ochtend pus in zijn oogjes. Daarom wordt twee maanden na het begin van de therapie een nieuwe serie DKTP/HIB gegeven. Als deze klacht iets met zijn inentingen te maken heeft, moet die met deze therapie ook weer verdwijnen. Zes weken later blijkt dat inderdaad het geval te zijn en Bert is daarmee weer een gezond kind.

Casus 22 (jeukende uitslag)
Een ander voorbeeld is Joep. Hij is tweeneenhalf jaar als hij voor het eerst op mijn spreekuur komt. Hij heeft veel last van huiduitslag met enorm veel jeuk, vooral 's nachts. Hij wordt elke nacht tussen half elf en 11 uur wakker, heeft dan in zijn slaap al liggen krabben en het eczeem is dan rood en nat. Daarna wordt hij nog een paar keer wakker en is alleen maar te troosten met drinken. Alles is al een maand na zijn geboorte begonnen met rode bultjes over zijn hele lijfje. Hij kreeg daarvoor van de huisarts een cortisonzalf zonder veel succes. Vanaf drie maanden (na zijn eerste DKTP) verergert de uitslag en krijgt hij vlekken, meer jeuk en krabt tot bloedens toe. Toen hij n jaar was zijn z'n ouders al naar een homeopathisch arts geweest, maar op elk middel kreeg hij verergeringen zonder genezing. Daarna hebben zijn ouders een ditiste geraadpleegd, maar ook zonder succes. Joep is volgens schema gevaccineerd en heeft behalve de verergering van zijn huidproblematiek nauwelijks op de vaccinaties gereageerd. Ook hier lijkt het raadzaam stap voor stap tot een oplossing te komen en dus eerst de vaccinaties te ontstoren. Want als de vaccins als een stoorzender blijven functioneren kan een meer oorzakelijke aanpak van de problematiek alleen maar verergeringen opleveren en zullen de vaccins een voorspoedige genezing van het kind uiteindelijk blokkeren. Dat gebeurde waarschijnlijk tijdens de behandeling bij de homeopathische arts toen hij een jaar oud was. Daarom wordt de behandeling gestart met een serie BMR 30K, 200K, MK en XMK in vier opeenvolgende dagen, waarna hij vanaf de eerste dag al rustiger wordt, rustiger slaapt en de jeuk en uitslag minder worden. Bovendien huilt hij niet meer als hij 's nachts wakker wordt en hoeft hij niet meer te drinken. Die nachtelijke dorst was na de BMR ontstaan. Twee weken later krijgt hij de serie DKTP waarop hij nog rustiger wordt en het eczeem verder vermindert. Ik zie Joep vier weken na het eerste consult terug en vervolg de behandeling nu met een meer fundamenteel middel dat zijn aanleg voor eczeem verder moet genezen.


ONTWIKKELINGSSTOORNISSEN BIJ KINDEREN

Regelmatig zien we kinderen bij wie een voorspoedige ontwikkeling op lichamelijk, emotioneel en geestelijk niveau ernstig vertraagt. Er ontstaat een duidelijke afbuiging naar beneden in de gewichtscurve en de ontwikkeling van het kind gaat vanaf dat moment moeizaam. Ouders noch de geraadpleegde artsen begrijpen wat er met het kind aan de hand is. Er worden stimulerende therapien voorgeschreven, waarop het kind maar moeizaam reageert. Er is iets mis met het kind, de ontwikkeling gaat niet meer vanzelf.

Casus 23 (ontwikkelingsstoornissen, eczeem, ontstoken oogjes, verkouden)
Lieke is zo'n kind. Ze is nu bijna twee jaar. Haar eerste eczeemplekjes begonnen ongeveer met drie maanden op haar borst en nu heeft ze eczeem in de elleboogholtes, aan de benen en op de wangen. Ze kwijlt veel en heeft ontstoken oogjes met groene pus. Ook heeft ze altijd groene snot. Dus een duidelijk gebrek aan algehele afweer. Haar lichaam is heel gespannen en ze loopt nog steeds niet. Ze is pas sinds enkele maanden gaan kruipen. Sinds bijna een jaar heeft ze elke week fysiotherapie, maar ze huilt dan voortdurend en de fysiotherapeut weet geen raad met haar. Verder heeft ze veel problemen om haar ontlasting kwijt te raken, ze moet heel hard persen hoewel de ontlasting vrij zacht is. Ze krijgt nog steeds voornamelijk pap en gaat kokhalzen van voeding waar brokjes inzitten. Haar spraakontwikkeling is ver achtergebleven. Ze is volgens schema gevaccineerd en heeft steeds een dag koorts gehad zowel na de DKTP/HIB als op de BMR. Alles wijst erop dat we hier te doen hebben met een 'post-vaccinaal syndroom': het begin van het eczeem met drie maanden, de ontstoken, pussige oogjes en de groene snot vanaf drie tot vijf maanden, een zwakke algemene afweer en een achterblijven in ontwikkeling zowel motorisch als geestelijk. Hoewel de DKTP/HIB hier duidelijk in het spel lijkt te zijn is het toch verstandig te starten met het ontstoren van de BMR. Omdat er een soort stapelingseffect kan zijn ontstaan, moet eerst deze laag opgelost worden, anders kan de BMR als een blokkade gaan werken. Dus krijgt Lieke eerst een BMR 30K, 200K, MK en XMK in vier opeenvolgende dagen, waarop ze duidelijk vrolijker wordt en een flinke verkoudheid krijgt met waterige uitscheiding. (de schoonmaak is begonnen!) Veertien dagen later volgt de serie DKTP/HIB 30K, 200K, MK en XMK, weer in vier dagen. Ze gaat dan meer drinken en langzaam zet de verbetering van haar gezondheid in. Als ik haar zes weken later terug zie is ze compleet veranderd. Ze is veel vrolijker geworden, huilt 's nachts niet meer, onderneemt veel meer en speelt nu echt. Ze kan nu een half uur intensief met iets spelen, terwijl ze voorheen van het een naar het ander liep en er steeds moeder bij wilde betrekken. Verder is ze veel minder gespannen en haar fysiotherapeut was stomverbaasd bij de laatste behandeling en zei: 'dit had u een jaar eerder moeten doen'. Motorisch is ze erg vooruit gegaan: ze staat veel los, loopt achter een loopwagentje of aan de hand, kruipt veel meer en begint te klimmen. Ze doet nu, zegt moeder, wat ze een jaar geleden had moeten doen. Ze gaat overal op af, is veel ondernemender en actief. Ze moppert ook veel minder van 'ik wil wel maar ik kan niet'. Ze geniet nu echt van haar spel en laat zich geen dingen meer afpakken door haar oudere broertje. Haar lichamelijke klachten zijn grotendeels verdwenen en na de herhaling van een gepotentierde serie DKTP/HIB kan de behandeling met succes afgesloten worden.

Casus 24 (ontwikkelingsstoornis, groeistoornis, stemmingsstoornis)
Op een ochtend in april belt de moeder van Tim me, omdat haar zoontje van bijna 10 maanden 40C koorts heeft. Hij blijkt al verkouden te zijn vanaf de derde DKTP in januari. De eerste twee DKTP's hadden geen problemen gegeven. Maar vanaf die derde vaccinatie is er een opvallende knak in zijn ontwikkeling gekomen. Hij is hangerig en passief en in bijna drie maanden helemaal niet gegroeid. Ook zijn haren en nagels groeien niet meer. Hij is meer gaan slapen en onderneemt bijna niets. Terwijl het voorheen een vrolijk kind was, is hij nu chagrijnig. In januari kon hij al zitten, maar sindsdien valt hij steeds om. Ik geef moeder het advies hem een DKTP 200K in een oplossing te geven. De volgende dag is de koorts gezakt en de medicatie wordt nog een dag voortgezet. Als ik hem een week later op het spreekuur zie is Tim weer helemaal de oude. Hij is weer vrolijk, is gaan kruipen en kan weer zitten (moeder is met hem in een fietsstoeltje naar de praktijk gekomen). Hij is weer actief en in een week tijd is het moeder opgevallen dat zijn haren en nagels weer zijn gaan groeien. De verkoudheid is over. Vervolgens haalt hij ook zijn groeiachterstand weer volledig in.

 


INSLUITCRITERIA REGELRECHTE ONTKENNING VAN HET POST-VACCINAAL SYNDROOM

Casus 28 (ontkenning van het Post-Vaccinaal Syndroom, acute klachten, onophoudelijk huilen)
Anita is vijf maanden oud als ze haar derde gecombineerde DKTP/HIB vaccinatie krijgt. Meteen dezelfde avond krijgt ze hoge koorts tot 40C, huilt onophoudelijk en lijkt veel darmkrampen te hebben. Moeder is ongerust en raadpleegt de volgende dag de huisarts, die het kind onderzoekt en adviseert af te wachten. Hij sluit een acuut post vaccinaal syndroom weliswaar niet uit maar heeft geen mogelijkheden ter beschikking om dit te behandelen. Maar Anita knapt niet op en een tweede bezoek aan de huisarts levert geen nieuwe gezichtspunten of behandeling op. Als moeder de derde dag van het telefonisch spreekuur van het werkcentrum waar haar dochter gent is gebruik maakt om duidelijkheid te krijgen over hoe ze met deze post vaccinale klachten om moet gaan, wordt haar echter door een verpleegkundige verteld dat de klachten van Anita niet van de prikken kunnen zijn omdat die slechts 24 uur kunnen duren. Moeder belt mij dan, waarop ik Anita onmiddellijk DKTP/HIB 30K in een oplossing voorschrijf, waarna ze binnen 12 uur weer volledig herstelt. Als ik later contact opneem met de verantwoordelijke CB-arts om mijn beklag te doen over het gegeven advies, krijg ik weer een diplomatiek en ontwijkend antwoord, wat uiteindelijk toch weer op een regelrechte ontkenning van het post vaccinaal syndroom neerkomt. "Klachten duren weliswaar meestal niet langer dan 24 uur, maar kunnen eventueel wel langer duren dan 24 uur. Maar dat Anita best een infectie op heeft kunnen lopen die niets met de gegeven vaccins te maken heeft en daar spontaan weer van is genezen juist op het moment dat ik de DKTP/HIB 30K voorschreef." En zo kan een bestaande realiteit keer op keer weer ontkent en aan het toeval toegeschreven worden.

 


POST-VACCINAAL SYNDROOM NA GRIEPPRIK

Het zal de lezer ondertussen wel duidelijk zijn dat elk vaccin klachten kan veroorzaken. In dit hoofdstuk wil ik verder ingaan op de ziektegeschiedenis van een 45 jarige vrouw die klachten kreeg na haar griepvaccinatie.

Casus 29 (na griepprik: moeheid, spierpijnen, netelroos, menstruatiepijnen en psychische problemen)
Deze 45-jarige mevrouw kreeg op 15 jaar diabetes mellitus (suikerziekte) en behoort daarmee tot de risicogroepen die elk jaar een griepvaccin dienen te krijgen. Zo krijgt ze eind oktober 1996 haar negende griepvaccin en een week later ontwikkelt zich een vreselijk urticaria (netelroos) in haar gezicht. Bij eerdere griepvaccinaties had ze al opgemerkt dat ze er een heel droge huid op haar rug van kreeg. Verder heeft ze al enkele jaren diarree, drie tot zes keer per dag. De laatste drie jaar is ze ook heel moe. Haar menstruatie noemt ze onuitstaanbaar (sinds 8 jaar), waarvoor haar gynaecoloog hysterectomie (verwijdering van de baarmoeder) adviseerde. Ze heeft dan een felle pijn in de rechter onderbuik en moet voorzichtig gaan zitten. Verder heeft ze overal spierpijnen die sterk verergeren als ze tennist, ook deze klachten bestaan ongeveer 8 jaar. Ik zie haar voor het eerst begin januari en behandel haar eerst met Carcinosinum cum Cuprum LM6, eenmaal daags een korrel. Eind januari krijgt ze toch griep ondanks de griepvaccinatie. Omdat haar urticaria niet verbetert en de duur van haar klachten een relatie met de griepvaccins van de laatste 9 jaar waarschijnlijk maken, besluit ik die eerst te ontstoren. Eind maart 1997 begint ze dan met het gepotentierde griepvaccin (96/97) (in de bekende serie van 30K, 200K, MK en XMK in vier dagen). Na de 30K krijgt ze een rood gezicht alsof ze in brand staat, wat n dag duurt, maar dan begint haar netelroos gestaag te verbeteren. Ze reageert nogal fel maar verbetert steeds verder op de kuur, die uiteindelijk 6 keer gegeven met tussenpozen van twee weken. Tijdens de kuur voelt ze zich steeds heel slap en eenmaal leek ze wel haast verlamd in haar benen gedurende een dag. Drie maanden later is ze wonderbaarlijk genezen zoals ze zelf zegt. Haar moeheid en haar urticaria zijn helemaal verdwenen. Tevens zijn haar spierpijnen, rugpijn en pijn in de rechter heup zijn genezen, hoewel haar reumatoloog haar verzekerd had dat ze geen nadelige gevolgen van de griepspuit kon hebben omdat ze niet allergisch voor kippeneiwit is. De laatste twee menstruaties zijn ook zonder enige pijn verlopen. Ze besluit ook zich niet op te laten nemen in een centrum voor pastorale en psychologische hulp zoals in overleg met haar huisarts en psychotherapeut gepland was omdat ze zich psychisch nu ook een stuk beter voelt. Haar diarree is uiteindelijk niet verbeterd en vraagt om een verdere behandeling.

Ook uit deze ziektegeschiedenis blijkt dat als we in goede gezondheid ouder willen worden het van het grootste belang is energie verstorende oorzaken zoveel mogelijk te vermijden en waar nodig te herstellen. Hier bleek uiteindelijk het griepvaccin de grote boosdoener te zijn en een groot scala van lichamelijke maar ook psychische klachten veroorzaakt te hebben. Eens te meer blijkt ook weer hoe gepotentierde geneesmiddelen, vervaardigd van de stof die de verstoring te weeg hebben gebracht een sublieme herstellende werking hebben. Tevens is daarmee in dit specifieke geval ook weer duidelijk geworden wat de uiteindelijke oorzaak van de klachten was.


HEPATITIS B

Casus 31: Deze 33 jarige mevrouw en moeder van twee kinderen was voor de hepatitis B vaccinatie in topconditie en sportte heel veel. Op 21- jarige leeftijd krijgt ze hepatitis-B vaccinaties in verband met haar functie als laborante. Na de eerste vaccinatie wordt ze onverklaarbaar moe. Als ze drie maanden later de tweede hepatitis-B vaccinatie krijgt neemt de vermoeidheid nog sterk toe, haar concentratie vermindert, ze wordt futloos, kan geen vet eten meer verdragen en valt geleidelijk 20 kg af, ze krijgt hoofdpijn in haar achterhoofd en wordt veel vatbaarder voor infecties: o.a. keelontstekingen. Ze gaat de ziektewet in gedurende drieneenhalf jaar, waarna ze op therapeutische basis geleidelijk haar werk tracht te hervatten. Maar het lukt haar niet de draad weer op te pakken, ze blijft in een te slechte conditie. Uiteindelijk raakt ze helemaal de draad kwijt doordat ze opgesloten zit in haar eigen wereldje en geen uitweg meer ziet. Ze gaat in dagbehandeling in een psychiatrisch ziekenhuis. Maar na een half jaar behandeling raakt ze in een depressie en gaat Prozac slikken. Een jaar later krijgt ze nog een Pfeifferinfectie, op een al verzwakte lever. Het lijkt een mokerslag voor haar toch al belabberde toestand, ze herstelt pas na een jaar. Zo hobbelt ze nog vijf jaar door. Als ik haar recentelijk (eind 1999) zie is ze nog zeer snel vermoeid en is haar vertrouwen in haar lichaam kwijt. Sporten kan ze niet meer en ze moet altijd op haar tellen passen. De behandeling is simpel . Ik geef haar een serie Hepatitis B vaccins in homeopathische verdunningen. Hoewel een oorzakelijke relatie van haar klachten met het hepatitis B vaccin eigenlijk niet aan twijfel onderhevig is, geldt toch dat het echte bewijs pas geleverd is als ze door de homeopathische potenties van dat vaccin weer volledig of nagenoeg volledig geneest. Ik ben pas vorige week met de behandeling begonnen en zal spoedig berichten hoe zij op de ontstoring gereageerd heeft.

Casus 32: Deze 44-jarige mevrouw, verpleegkundige, krijgt 5 jaar geleden de Hepatitis-B vaccinatie; ze krijgt in de week daarop allerlei klachten: benauwdheid, piepende ademhaling, hoest, verstopte neus, jeukende ogen. De klachten gaan niet meer over en nemen geleidelijk aan steeds verder toe. Ze wordt allergisch voor dieren, voor inspanning, chloorwater en schoonmaakmiddelen. Hier ligt de relatie iets minder duidelijk, want waarom zou ze de klachten niet ook gekregen hebben als ze niet gent was. Door het homeopathisch ontstoren van het hepatitis-B vaccin verdwijnen echter haar klachten nagenoeg en zijn de allergien duidelijk minder. Ze kan bijvoorbeeld weer zwemmen in chloorwater zonder te niezen, te snotteren en helemaal dicht te slaan. Haar klachten zijn na vijf jaar op een eenvoudige manier weer genezen.